HCM
Wat is Hypertrophische Cardiomyopathie:
- Verdikking hartspier
- Verschillende vormen van cardiomyopathie
- Late onset
Hypertrophie = verdikking, Cardio = hart, myopathie = zieke spier.
Cardiomyopathie is één van de hartaandoeningen bij katten. Er zijn verschillende vormen van
cardiomyopathie, één van die vormen is de hypertrophische. Bij deze vorm is de hartspier
verdikt, waardoor het hart niet goed in staat is om te ontspannen en daarmee de hartkamer te
vullen met bloed dat door de hartspier via de aorta het lichaam in gepompt wordt. Deze vorm
van de hartaandoening komt het meest bij katten voor (Garretsen, Stichting OP Nederlandse
Cat Fancy 2002).
HCM is een late-onset probleem: het komt pas op latere leeftijd tot uiting (Gubbels 2007).
Fenotypische verschijningsvorm:
- Benauwdheid
- Verlamde (achter)poot
- Sloomheid
- Ondertemperatuur
- Onregelmatige, zwakker of niet te voelen liespols
- Hartruis
- Niet eten
- Braken
In veel gevallen is de ziekte in de eerste levensjaren niet waarneembaar. Meestal wordt het pas
in het tweede of derde levensjaar ontdekt aan de hand van symptomen, zoals: plotselinge
benauwdheid, verlamde (achter)poot, sloomheid, ondertemperatuur, onregelmatige, zwakke of
niet te voelen liespols, bij auscultatie (soms) een hartruis of een snelle hartactie of galopritme,
niet eten en braken.
De levensverwachting van katten met HCM is wisselend. De Maine Coon heeft een lage
levensverwachting. Wanneer HCM is geconstateerd, overlijden katten vaak binnen enkele jaren.
Wanneer één van de ouders HCM heeft, kan de kat 5-8 jaar leven, zonder symptomen te
vertonen. Bij katten die nog geen symptomen vertonen is de gemiddelde levensverwachting
ongeveer zes jaar, wanneer zij al een hartinsufficiëntie hebben is de gemiddelde overlevingstijd
nog maar drie maanden. Katers blijken de afwijking meer te ontwikkelen en in ernstiger vorm
dan poezen (Stichting OP Nederlandse Cat Fancy 2002).
Bij een kat met een hartinsufficiëntie zijn de gevolgen op de gezondheid van de kat duidelijk te
merken. De kat heeft vochtophoping in de borstholte en kan hierdoor moeilijk ademhalen. Eén
van de grootste complicaties van HCM is de vorming van trombose; een bloedstolsel ontstaat in
één van de kamers en kan in het verloop van de ziekte spontaan loskomen. Bij veel dieren blijft
dit stolsel hangen op een punt dat verlamming van de achterpoot veroorzaakt, wat met veel
pijn gepaard gaat (Stichting OP Nederlandse Cat Fancy 2002)
Soort afwijking:
- Spierafwijking/ hartafwijking 22
Ras:
Diverse rassen, beschreven zijn:
- Maine Coon (mutatie 1 en 2)
- Brits Korthaar (mutatie 2)
- Siamees
- Ragdoll (mutatie 1, 2, en ragdoll)
- Ragdoll gerelateerde rassen (mutatie 2)
- Noorse Boskat (mutatie 2)
- Siberische Boskat
- Sphynx
- Scottish Fold (mutatie 2)
- Blauwe Rusisch (mutatie 2)
- Heilige Birmaan
- Turkse Angora (mutatie 2)
Overerving:
- Autosomaal dominant
- Variabele expressie
- Homozygoot lethaal
- MYBPC3
- HCM-1, HCM-2, HCM-3/HCM-Ragdoll
De wijze van overerving van HCM is autosomaal dominant met variabele expressie. (Stichting
OP Nederlandse Cat Fancy 2002). Voor sommige rassen ligt het percentage ’erfelijke lijders’
rond de 40%. Het kan jaren duren voordat de eerste symptomen met behulp van radiologisch
onderzoek kunnen worden opgespoord.
Er komen veel erfelijk verschillende vormen van HCM voor. Er werden al markers ontdekt voor
HCM-vormen die bij Maine Coons en Ragdolls voorkomen. Alle vormen worden veroorzaakt door
afwijkende allelen, die elk op een eigen locus kunnen liggen (Gubbels 2007).
De mutaties van HCM zijn voor de Maine Coon en Ragdoll vastgesteld. De mutaties liggen in het
cardiac myosin binding protein C gene (MYBPC3). De mutaties liggen bij deze twee rassen in
hetzelfde gen, maar op een andere locatie. Dit suggereert dat de mutaties zich onafhankelijk
van elkaar hebben ontwikkeld. De mutaties zijn rasspecifiek. Toch zijn er ook Maine Coons
gevonden met HCM met een andere mutatie dan MYBPC3 (Meurs et al. 2009).
Bij de Maine Coon komt HCM-1 voor. Een tweede gen, HCM-2, zou hier ook een rol kunnen
spelen. Bij de Brits Korthaar, Noorse Boskat, Turkse Agora en Russisch Blauw speelt HCM-2 een
rol. Bij Ragdoll wordt gesproken van HCM-Ragdoll (Schwering, 2009).
Bronnen:
- Garretsen J.W. HCM: FOTO, ECHO of DNA ?? Dierenarts Utrecht.
- Gubbels E., 2007. FelCan Kattendag. Faculteit Diergeneeskunde.
- Meurs K.M., Norgard M.M., Kuan M., Haggstrom J., Kittleson M., 2009. Analysis of 8
Sarcomeric Candidate Genes for Feline Hypertrophic Cardiomyopathy Mutations in Cats
with HCM. J Vet Intern Med 23:840–843.
- www.vhlgenetics.com
- Schwering C. 2009. HCM bij kat steeds vaker vastgesteld.
- Stichting OP Nederlandse Cat Fancy 2002. Plan van Aanpak schadelijke erfelijke
kenmerken bij raskatten. www.overlegplatform.nl
- Verdikking hartspier
- Verschillende vormen van cardiomyopathie
- Late onset
Hypertrophie = verdikking, Cardio = hart, myopathie = zieke spier.
Cardiomyopathie is één van de hartaandoeningen bij katten. Er zijn verschillende vormen van
cardiomyopathie, één van die vormen is de hypertrophische. Bij deze vorm is de hartspier
verdikt, waardoor het hart niet goed in staat is om te ontspannen en daarmee de hartkamer te
vullen met bloed dat door de hartspier via de aorta het lichaam in gepompt wordt. Deze vorm
van de hartaandoening komt het meest bij katten voor (Garretsen, Stichting OP Nederlandse
Cat Fancy 2002).
HCM is een late-onset probleem: het komt pas op latere leeftijd tot uiting (Gubbels 2007).
Fenotypische verschijningsvorm:
- Benauwdheid
- Verlamde (achter)poot
- Sloomheid
- Ondertemperatuur
- Onregelmatige, zwakker of niet te voelen liespols
- Hartruis
- Niet eten
- Braken
In veel gevallen is de ziekte in de eerste levensjaren niet waarneembaar. Meestal wordt het pas
in het tweede of derde levensjaar ontdekt aan de hand van symptomen, zoals: plotselinge
benauwdheid, verlamde (achter)poot, sloomheid, ondertemperatuur, onregelmatige, zwakke of
niet te voelen liespols, bij auscultatie (soms) een hartruis of een snelle hartactie of galopritme,
niet eten en braken.
De levensverwachting van katten met HCM is wisselend. De Maine Coon heeft een lage
levensverwachting. Wanneer HCM is geconstateerd, overlijden katten vaak binnen enkele jaren.
Wanneer één van de ouders HCM heeft, kan de kat 5-8 jaar leven, zonder symptomen te
vertonen. Bij katten die nog geen symptomen vertonen is de gemiddelde levensverwachting
ongeveer zes jaar, wanneer zij al een hartinsufficiëntie hebben is de gemiddelde overlevingstijd
nog maar drie maanden. Katers blijken de afwijking meer te ontwikkelen en in ernstiger vorm
dan poezen (Stichting OP Nederlandse Cat Fancy 2002).
Bij een kat met een hartinsufficiëntie zijn de gevolgen op de gezondheid van de kat duidelijk te
merken. De kat heeft vochtophoping in de borstholte en kan hierdoor moeilijk ademhalen. Eén
van de grootste complicaties van HCM is de vorming van trombose; een bloedstolsel ontstaat in
één van de kamers en kan in het verloop van de ziekte spontaan loskomen. Bij veel dieren blijft
dit stolsel hangen op een punt dat verlamming van de achterpoot veroorzaakt, wat met veel
pijn gepaard gaat (Stichting OP Nederlandse Cat Fancy 2002)
Soort afwijking:
- Spierafwijking/ hartafwijking 22
Ras:
Diverse rassen, beschreven zijn:
- Maine Coon (mutatie 1 en 2)
- Brits Korthaar (mutatie 2)
- Siamees
- Ragdoll (mutatie 1, 2, en ragdoll)
- Ragdoll gerelateerde rassen (mutatie 2)
- Noorse Boskat (mutatie 2)
- Siberische Boskat
- Sphynx
- Scottish Fold (mutatie 2)
- Blauwe Rusisch (mutatie 2)
- Heilige Birmaan
- Turkse Angora (mutatie 2)
Overerving:
- Autosomaal dominant
- Variabele expressie
- Homozygoot lethaal
- MYBPC3
- HCM-1, HCM-2, HCM-3/HCM-Ragdoll
De wijze van overerving van HCM is autosomaal dominant met variabele expressie. (Stichting
OP Nederlandse Cat Fancy 2002). Voor sommige rassen ligt het percentage ’erfelijke lijders’
rond de 40%. Het kan jaren duren voordat de eerste symptomen met behulp van radiologisch
onderzoek kunnen worden opgespoord.
Er komen veel erfelijk verschillende vormen van HCM voor. Er werden al markers ontdekt voor
HCM-vormen die bij Maine Coons en Ragdolls voorkomen. Alle vormen worden veroorzaakt door
afwijkende allelen, die elk op een eigen locus kunnen liggen (Gubbels 2007).
De mutaties van HCM zijn voor de Maine Coon en Ragdoll vastgesteld. De mutaties liggen in het
cardiac myosin binding protein C gene (MYBPC3). De mutaties liggen bij deze twee rassen in
hetzelfde gen, maar op een andere locatie. Dit suggereert dat de mutaties zich onafhankelijk
van elkaar hebben ontwikkeld. De mutaties zijn rasspecifiek. Toch zijn er ook Maine Coons
gevonden met HCM met een andere mutatie dan MYBPC3 (Meurs et al. 2009).
Bij de Maine Coon komt HCM-1 voor. Een tweede gen, HCM-2, zou hier ook een rol kunnen
spelen. Bij de Brits Korthaar, Noorse Boskat, Turkse Agora en Russisch Blauw speelt HCM-2 een
rol. Bij Ragdoll wordt gesproken van HCM-Ragdoll (Schwering, 2009).
Bronnen:
- Garretsen J.W. HCM: FOTO, ECHO of DNA ?? Dierenarts Utrecht.
- Gubbels E., 2007. FelCan Kattendag. Faculteit Diergeneeskunde.
- Meurs K.M., Norgard M.M., Kuan M., Haggstrom J., Kittleson M., 2009. Analysis of 8
Sarcomeric Candidate Genes for Feline Hypertrophic Cardiomyopathy Mutations in Cats
with HCM. J Vet Intern Med 23:840–843.
- www.vhlgenetics.com
- Schwering C. 2009. HCM bij kat steeds vaker vastgesteld.
- Stichting OP Nederlandse Cat Fancy 2002. Plan van Aanpak schadelijke erfelijke
kenmerken bij raskatten. www.overlegplatform.nl